De leeuw

 Het leven van een leeuw 

De leeuw is een roofdier uit de familie der katachtige. Van al de katachtige is alleen de tijger groter. De grootte en de manen van het mannetje geven het dier een imposant uiterlijk, waardoor de leeuw in de grote delen van de wereld bekendstaat als "Koning der dieren." In Europa heeft hij deze rol overigens pas in de loop van de Middeleeuwen overgenomen van de bruine beer. 

De leeuw komt nog in bepaalde delen van Afrika voor en in een klein stukje van India. Maar vroeger was hij ook algemeen aanwezig in het Midden Oosten en in Zuidoost Europa. Leeuwen leven in groepsverband (de enige katachtige die voornamelijk in sociale groepen leeft) en leeuwinnen samen op jacht, waarmee ze een groter aandeel in de jacht leveren dan mannetjesleeuwen. Er bestaan twee soorten: de Afrikaanse leeuw of de Perzische leeuw (Aziatische). De Afrikaanse leeuw wordt soms gesplitst in twee ondersoorten. Aangenomen wordt dat twee van deze van deze ondersoorten zijn uitgestorven, namelijk de berberleeuw uit Marokko en Noord Algerije, en de Kaapse leeuw uit Zuid Afrika. In de dierentuinen, bijvoorbeeld de Port Lympne, werden echter leeuwen ontdekt die vermoedelijk berberleeuwen zijn. De manen van het mannetje liepen door tot ver onder hun buik, en de koppen van de leeuwen waren vierkanter dan andere leeuwen. Dit zijn specifieke kenmerken van berberleeuwen. 

De leeuw is een grote katachtige met een brede kop, een korte snuit en relatief kleine, ronde oren. Hij heeft een kortharige asgrijze of zandgele vacht (maar variërend van okerbruin tot bijna wit) en een donker kwastje aan het puntje van de staart. Over de vacht verspreid, liggen vage vlekken die vooral bij jongere dieren goed te zien zijn. De vlekken vervagen naarmate het dier ouder wordt en zullen meestal uiteindelijk verdwijnen. De meeste mannetjes hebben dichte zwarte, bruine of gele manen met een variërende lengte op de kop, hals en schouders. Een leeuw kan tussen 10 en 15 jaar als het in het wild leeft. Wanneer een leeuw bijvoorbeeld in een dierentuin leeft en goed wordt verzorgt, kan hij langer leven. Een volwassene leeuw weegt ongeveer 250 kg. Een leeuw is ongeveer 2 meter lang. Een leeuw kan 3 meter ver springen en 8 meter hoog.

1.2.

                                        

3.

                                     

1= mannetjes leeuw       2= leeuwin         3= welpje

Een welp is een jong van een leeuw en een leeuwin. Een vrouwtje kan elke keer meerdere jongen ter wereld brengen. Leeuwinnen beschermen hun welp heel goed. Ze houden de welpen vaak goed verborgen in een schuilplaats. Om de 4 dagen brengt een leeuwin de welp(en) naar een andere plek. Wanneer een roofdier op de welpen af komt kan een leeuwin erg agressief worden. Niemand mag aan haar welpjes komen! Leeuwen worstelen met hun welpjes om zich voor te bereiden op de jacht. Welpen proberen al snel op een prooi af te gaan die hun moeder heeft aangevallen. die kans is klein dat een welp daarin slaagt. 

Leeuwen jagen het liefst op open plekken waar weinig bomen staan. Ze vinden het moeilijk om op plekken te jagen waar er veel groeit (zoals planten en bomen). Leeuwen goede ogen hebben om met weinig licht te kunnen jagen. Meerdere keren per nacht gaan de leeuwen op jacht naar hun prooi. Overdag rusten de leeuwen dan weer uit. Een leeuw is niet kieskeurig als het gaat om eten. Vinden ze vlees dan eten ze het op. Dit kunnen kleine knaagdieren zijn maar ook hele grote dieren zoals buffels. De leeuwen hebben bepaalde stappen die zij volgen als zij op jacht gaan. Eerst gaan de leeuwen op zoek naar een prooi. Wanneer zij een prooi in zicht hebben blijven zij heel lang dit dier in de gaten houden. Ze lopen langzaam op de prooi af en zodra ze dichtbij genoeg zijn, bespringen ze de pooi. Het mannetje heeft wel 7 kilo vees nodig en een vrouwtje 5 kilo. Dieren waar leeuwen op jagen zijn bijvoorbeeld: knaagdieren, zebra's, antilope, impala, buffel, gazelle of giraffe. Er zijn ook dieren die profiteren van de jacht van leeuwen. Hyena's zijn dieren die graag het eten van de leeuw probeert af te pakken. Leeuwen willen dit niet hebben en kunnen dan ook weleens een aanval doen op deze hyena's. Wanneer hyena's met een grote groep zijn kunnen zij ook de leeuwen aanvallen. 

De ogen van de leeuwen zijn heel belangrijk bij de jacht maar er zijn ook nog andere lichamelijke kenmerken die voor een leeuw heel belangrijk is. Een leeuw heeft hele scherpe nagels. Deze nagels gebruiken zij bij het aan vallen van hun prooi. Leeuwen houden hun prooi vast met hun voorpoten waarbij zij hun nagels gebruiken. Met hun gebit kunnen zij de botten van hun prooi vermorzelen. Het vlees van hun prooi kauwen zij niet fijn maar slikken ze gelijk door. Hun ruwe tong schraapt restjes van botten af.

 

   

5