De olifant

 Het leven van een olifant

Olifanten zijn grote zoogdieren uit de familie Elephantidae. Er bestaan twee soorten van de olifant: De Afrikaanse of de Aziatische olifant. Ze leven vooral in de savanne of de bossen. Olifanten komen verspreid voor in Afrika ten zuiden van de Sahara en in de zuiden en zuidoosten van Azië. 


Het is een slurfdier. Zij zijn de enige nog levende soorten van slurfdieren, uitgestorven zijn onder andere de mammoeten en mastodonten. Olifanten zijn de grootste levende landdieren. De mannelijke Afrikaanse olifanten kunnen een hoogte van 4 meter en een massa van 7000kg bereiken. Deze dieren hebben verschillende onderscheidende kenmerken, zoals een slurf die word gebruikt voor vele dingen, zoals het grijpen van voorwerpen. Hun snijtanden groeien uit tot slagtanden en dienen als hulpmiddelen voor het verplaatsen van verschillende objecten, het graven en als wapen tijdens gevechten. De grote oren van de olifant worden gebruikt om de temperatuur van het lichaam te beheersen. Afrikaanse olifanten hebben grotere oren en een holle rug, terwijl Aziatische olifanten kleinere oren hebben en een bolle of rechte rug. Stropers schieten op olifanten voor het Ivoor dat in hun slagtanden zit.



1. 2.



1. Aziatische olifant  2. Afrikaanse olifant





De huid van een olifant is over het algemeen erg ruig, zo'n 2,5 cm dik op de rug en delen van de hoofd.
De olifant word hierom wel dikhuid genoemd. De huid rond de mond, en de binnenkant van de oren zijn aanmerkelijker dunner. Olifanten hebben een typische grijze huid, maar Afrikaanse olifanten zien er bruin of roodachtig uit na het spelen in de gekleurde modder. Aziatische olifanten hebben een aantal gekleurde vlekken waar minder pigment in zit. Kalveren hebben bruinig of roodachtig haar, meestal op het hoofd en op de rug. Wanneer olifanten ouder worden, wordt hun haar donkerder en dunner, maar het haar op het einde van de staart, de kin en de gebieden rond de ogen en ooropeningen blijft dikker. Normaal gesproken is de huid van Aziatische olifant bedekt met meer haar dan de Afrikaanse olifant. Een olifant gebruikt modder als zonnebescherming, waarmee hij zijn huid tegen ultraviolet licht beschermd. Ondanks bescherming tegen verbranding, insectenbeten en vochtverlies, kan de huid van een olifant ernstige schade oplopen. Na het baden gebruikt de olifant gewoonlijk zijn slurf om stof over zijn lichaam te blazen. Dit droogt op en vormt een beschermlaag. De modder blijft later nog voorral in de rimpels van de huid hangen, wat de olifant nog een tijd fris houd. De meeste afkoeling gebeurt via de grote oren, die een groot oppervlakte hebben.




Olifanten hebben meestal 26 tanden: de snijtanden, de bekende slagtanden, 12 premolaren en 12 molaren (kiezen). De nieuwe maaltanden ontstaan in het lamina dentalis. Ze groeien aan de achterkant en schuiven steeds een plaats op tot ze de voorste zijn, waarna ze uitvallen om weer plaats te maken voor een nieuwe tand. Dit gebeurt ongeveer zes keer gedurende het leven van een olifant. De eerste serie tanden wordt gewisseld op twee- tot driejarige leeftijd, de tweede serie op vier tot zes jaar, de derde set op 9- tot 15-jarige leeftijd, de vierde wisseling op 18 tot 28 jaar, de vijfde keer op ongeveer 40-jarige leeftijd, en de zesde en laatste set kiezen is voor de rest van het leven.



Olifanten zijn grote dieren en moeten dus veel eten. Dagelijks schrokt een olifant wel ongeveer 150 tot 170 kg naar binnen. Om alles weg te spoelen drinkt een volwassen olifant dagelijks zo'n 190 liter water, 
dat is ongeveer een badkuip per dag! Olifanten spenderen het grootste gedeelte van hun dag, zo'n 80%, aan het vinden van voedsel. Olifanten zijn herbivoren, dit betekend dat ze geen vlees eten maar uitsluitend groen voedsel zoals gras en sla... Het voedselpatroon van een wilde olifant is vrij gevarieerd: gras, sla, bladeren, planten, fruit, takjes, wortels en boomschors zijn veel gegeten maaltijden. Olifanten zijn heel creatief en kunnen op allerlei plaatsen voedsel vinden. Door hun grote hoogte kunnen ze gemakkelijk alles overzien en vanaf een hoog punt naar beneden kijken. De hoogte komt ook weer goed van pas voor het eten van blaadjes en vruchten van hoge bomen. Als de vruchten vast blijven zitten in de boom gebruikt de olifant zijn slurf om aan takken te schudden, Op deze manier komt er allerlei voedsel naar beneden vallen. Soms zie je olifanten ook wel eens met hun slurf aarde eten. In de aarde zitten allerlei zouten en mineralen die gezond zijn voor de olifant. In bepaalde gebieden in India en Uganda hebben olifanten hele stukken grond omgewoeld op zoek naar zouten en mineralen. Veel mensen zien dit als vernieling van het landschap echter zijn de olifanten meestal na een aantal maanden weer vertrokken naar een nieuw gebied en heeft de natuur de tijd om zich te herstellen.



Kleine baby olifantjes drinken melk bij hun moeder, dit duurt tot dat ze ongeveer 4 jaar oud zijn. De moeder olifant moet veel voedsel eten om melk te produceren. Tijdens het eten passen de andere vrouwtjes olifanten binnen de kudde op het kleine olifantje en heeft de moeder olifant de tijd om te eten. 


Naarmate een olifant ouder word, worden ook de tanden van de olifant slechter. Hierdoor is het eigenlijk niet meer mogelijk om goed te kunnen eten. De meeste olifanten in het wild sterven dan ook door verhongering. Als een olifant overleden is is dat goed te zien in de rest van de kudde.

Reacties

Een reactie posten